Hoe ging het verder… …na ‘Mishandeling Hindostaanse Vrouw’  15

Mumbai, the city of dreams…je maakt het, of het breekt je.

 

Dominic en ik…een beetje verborgen, net als ons liefde.

 

India is net een als Pandora’s Box, je weet nooit welke verrassingen erin zitten. Zoals ik eerder schreef, geen dag was hetzelfde. Soms leek ik wel Christoffel Columbus die op ontdekkingsreis was. Zo ontdekte ik hoe te onderhandelen met de plaatselijke groenteman, eigenlijk is het constant onderhandelen als je iets wilt kopen. Ik begon met onderhandelen toen ik goed Hindi kon praten, ik onderhandelde op z’n Bollywoods. Dev vond het verschrikkelijk als ik hem vol trots vertelde dat ik mijn groenten en fruit goedkoper had ingekocht dan de normale prijs. Dev zei wel eens ‘Soedamah, je verdient goed, waarom onderhandel je? Je bent echt een khanjoos (gierigaard) geworden net als alle Indiase vrouwen. Ik keek Dev vol trots aan en zei ‘toh kya, mein ek khanjoos Hindustani aurat hoon (en dan, ik ben een gierige Indiase vrouw), and I’m proud to be Indian.’ Dev moest altijd lachen als ik Hindi sprak, met een zwaar Nederlands accent. Maar goed, terug naar het onderhandelen met de groenteman.

In het begin stuurde ik Shanta bai of Usha bai…of welke bai dan ook, naar de markt om mijn groenten en fruit te halen. Ik leek op een Indiase, maar omdat mijn Hindi niet goed was, hadden de mannen gelijk door dat ik een buitenlandse was. De prijzen van groenten en fruit schoot dan met 300% omhoog. Op enig moment kon ik het zelf. Buiten het complex waar ik woonde stonden rijen met verkopers die van groenten tot ondergoed verkochten. Mijn ondergoed kocht ik nooit bij de straatventers, maar in de Mall. Ik liep het complex uit en dacht ‘kom Lolita, je hebt al je dialogen tijdens je acteeropleiding in Hindi moeten doen. Dit kun je, je kunt onderhandelen.’

Ik stapte op de meest betrouwbaar uitziende groenteman en zei, dit terwijl ik met mijn hoofd gebaarde met een sinaasappel in mijn hand ‘yeh kitna bhaija (wat kost dit, broer)?’ de groente man zei ‘ De groenteman zei ‘dus ka sau (10 voor honderd rupee).’ Ik deed alsof ik geschokt was, en zei ‘kya bhaiya, itna mehnga, thoda kum karo (wat is dit broer, zo duur, doe een beetje van de prijs af).’ De groenteman riep dan ‘arrey sister, aaj ka daam behut mehnga hai (de prijzen van nu zijn erg hoog).’ Ik keek dan heel zielig en zei ‘aacha, rehne do. Itne mehengi maal muche nahi chahiye (laat maar, ik wil zulk duur spul niet).’ Ik liep dan weg, en wist dat de groenteman me terug zou roepen. Ja hoor, ik hoor achter me ‘arrey madam, suno suno…dus ka saath (mevrouw, lusiter, luister…10 voor 60 Rupee).’ Ik wilde de sinaasappels 10 voor 50 rupee, dus zei ik ‘dus ka chaalees (10 voor 40 rupee).’ Je moet altijd onderbieden. De man hoorde het in Keulen donderen, en zei ‘nahin madam, intna sasta nahin de sakata (nee mevrouw, ik kan het niet goedkoop verkopen.’ Ik gebaarde met mijn mond ‘laat dan maar.’ De man riep ‘arrey madam, dus ka pachaas (10 voor 50 rupee).’ Ik wist niet hoe snel ik terug moest rennen naar de groenteman, en zei ‘arrey bhaiya, dus ka paintaalees de do (verkoop ze 10 voor 45 rupee).’ Ohhh, ik genoot van onderhandelen. Iedere keer als ik weer fruit of groeten voor een mooie onderhandelingsprijs had gekocht, ging ik met een blij gevoel naar huis en zei in mezelf ‘ik ben een Indiase.’

Mijn reis naar een mooie toekomst ging alleen maar opwaarts, er was geen stoppen meer aan. Via de e-mail kreeg ik een aanbod om voor een internationaal bedrijf te gaan werken als inhouse vertaler. Meteen belde ik Dev op, en riep ‘ik heb werk!!’ Dev was blij, maar vroeg ‘wat gaan ze je betalen?’ Ik was even stil, want ik had niets gevraagd over salaris. Dev zei ‘luister Soedamah, je gaat een heel hoog salaris vragen. Ze gaan toch met je onderhandelen en je een lager salaris aanbieden dan jij zal vragen. Doe alsof jij de groenteman nu bent, die niet teveel omlaag gaat met zijn prijs.’ Oh jee, nu moest ik gaan onderhandelen om een goed salaris te krijgen. Op de dag van de sollicitatie zei ik tegen mezelf ‘kom op Lolita, je kunt het.’ Daar zat ik dan tegenover twee heren die het sollicitatiegesprek leidden.

De heren waren enthousiast over mijn CV, totdat ik een bedrag noemde die ik wilde gaan verdienen. Beide heren keken me aan alsof ze het in Keulen hadden horen donderen, en zeiden ‘we kunnen dit bedrag niet aan u betalen.’ Ik zei ‘maakt niet uit, dan gaat het over. Ik verdien als freelancevertaler meer dan het salaris die ik aan jullie bedrijf vraag. Laten we het hierbij laten, ik wil jullie bedanken voor de leuke sollicitatiegesprek.’ Ik wilde opstaan, toen een van de heren zei ‘madam, kunnen we geen middenweg zoeken met uw salaris?’ Ik noemde een iets lager bedrag, de heren keken me aan, nu wist ik dat ze geen ‘nee’ konden zeggen. Ze gingen akkoord met de gevraagde salaris, we spraken af dat ik zo snel mogelijk zou gaan starten.

Ik heb twee jaren bij dat bedrijf gewerkt, met plezier. Met sommige van mijn toenmalige collega’s heb ik nog steeds contact. Werken met en tussen de Indiërs heeft me dichter bij de Indiase cultuur gebracht. Ik heb me geen moment een buitenstander gevoeld, met iedereen was het even gezellig te kletsen.

Ik kende Mumbai en haar ups-and-downs. Ik kende Mumbai met al het moois wat deze stad te bieden had. Ik kende Mumbai zoals een inwoner deze stad kent. Mumbai was mijn stad geworden, India mijn land. Ik was op mijn plek, ik wilde hier nooit meer weg. De cultuur, de mensen, de bedrijvigheid, de drukte…alles in Mumbai was eigen geworden. Mumbai, de stad waar alle dromen werkelijkheid kunnen worden. Mijn droom was in deze mooie stad werkelijkheid geworden…ik was succesvol. Mumbai, the city of dreams.

Ik ging steeds minder vaak op zakenreis met Dev omdat ik een druk werkschema had. Dev kwam regelmatig bij me, als ik thuis kwam dan had hij samen met een van bai’s eten klaargemaakt. Wat ik ook vaak deed, als ik wist dat Dev zou komen dan nam ik een paar dagen vrij.

Toen ik mijn eerste salaris had ontvangen van het bedrijf, belde ik Dev op en begon te huilen. Dev vroeg wat er aan de hand was, of het bedrijf me te weinig had uitbetaald. Ik zei huilend ‘Dev, nu ben ik een echte Indiase. Ik werk gewoon net als veel Indiërs en dat maakt me zo gelukkig.’ Dev moest altijd lachen als ik huilde, want ik huilde om de meest onbenullige dingen…vond hij.

Dev was de enige persoon die tot me kon doordringen, maakte niet uit met welke problemen ik bij hem aanklopte. Hij wist me altijd rustig te krijgen, dit was nog nooit iemand gelukt, behalve mijn vader. En toch…

Mijn gedachten dreven af en toe richting Dominic ‘hoe zou het hem zijn?’ soms kreeg ik een mailtje van Dominic met de vragen ‘waar ben je? Hoe gaat het met je?’ Ik reageerde nooit op zijn mailtjes, het was goed. De problemen die ik had ondervonden door de vijandige houding van Dev en Dominic naar elkaar toe, wilde ik nu voorkomen. Ik heb de vriendschap met Dominic opgegeven om een rustig leven met Dev te hebben. Was ik hier gelukkig mee? Ik weet het niet, soms miste ik Dominic heel erg. De pijn werd groot toen ik via de mail een trouwkaart van Dominic ontving. Ik heb gehuild, nu was het te laat, nu zou het nooit meer hetzelfde zijn tussen Dominic en ik. Met pijn in mijn hart heb ik Dominic losgelaten…nou ja, verbannen uit mijn gevoel. Ik heb nooit aan Dev verteld dat Dominic me mailtjes stuurde, dit zou de situatie te complex maken. Dagenlang heb ik naar de trouwkaart van Dominic gestaard, met niemand kon ik hierover praten. Ik deed mijn ogen dicht en zei ‘veel geluk Dominic, ik zal altijd van je blijven houden.’ Dat hier verandering zou komen had ik toen niet durven dromen. Wat ik toen niet wist, Dominic en ik werkte in dezelfde gebied van Mumbai. Hier kwam ik op een later tijdstip achter. Er was een liedje dat Dominic en ik ‘ons liedje’ noemden. Op de dag van zijn bruiloft heb ik dit liedje helemaal grijs gedraaid en gehuild. Waarom hield ik van twee mannen? Waarom kon ik geen keuze maken van wie ik wilde houden. Ik had weliswaar voor Dev gekozen, maar Dominic liet mijn hart niet los. Ooit liepen Dominic en ik ‘s avonds op Juhu beach te kletsen, terwijl hij mijn handen vasthield. Op dat moment hoorde we een liedje, Dominic zei ‘hoe vind je dit liedje?’ Ik zei ‘als we elkaar ooit niet meer terugzien, zal ik altijd aan je denken bij het horen van dit liedje.’ Dominic moest lachen, en zei ‘zelfde hier. Ik zal ook altijd aan je denken als ik dit liedje hoor.’ Dominic had zo een prachtige lach waar ik helemaal van wegsmolt.

Ik prijs me gelukkig dat ik Dev in mijn leven had, en Dominic die als een rode draad door mijn leven was. Deze twee mannen waren een grote aanwinst in mijn leven, jammer dat ze elkaar niet mochten. Ik heb nooit aan Dominic en Dev gevraagd waarom ze elkaar niet mochten, dit was niet relevant en ik wilde hen  niet overtuigen van mijn liefde voor beide. Dominic en Dev, mijn twee haantjes. Ik heb me wel eens afgevraagd als ik de keuze had, voor wie ik daadwerkelijk zou kiezen. Dominic’s huwelijk was een domper op mijn leven, maar dat hield ik goed verborgen in mezelf.

Mijn leven ging als een speer, met wat haken en ogen. Vaak hebben mensen me gevraagd of ik mijn kinderen niet miste. Ik woonde in India en mijn kinderen in Nederland. Ja, ik miste mijn kinderen, maar ik wilde ook mijn eigen toekomst opbouwen. Mijn kinderen waren allebei volwassen, en hadden hun eigen leven met hun partners en kinderen. Ik ben niet het soort moeder die aan haar kinderen blijft kleven. Zoals ik altijd zeg ‘ik ben geen moeder van het jaar.’ Vaak heb ik de afkeurende blikken van mijn familie gezien, voor hen was ik een zaligmakend roddelonderwerp. Ik heb vaak geroepen ‘ik ben niet geboren als moeder of echtgenote, deze titel is me toebedeeld toen ik trouwde en kinderen kreeg. Dat ik me verzette om een kleefbare moeder te zijn? Ik heb nooit een kinderwens gehad, ik was zwanger en heb gezorgd voor mijn kinderen. Ik bewonder moeders die ‘kleefmoeders’ zijn.

Van 1980 toen mijn moeder kwam te overlijden tot 2003 was ik een geliefd persoon in de familie. Ik was de meest behulpzame persoon. Als iemand in de familie ziek was, rende ik met mijn potten en pannen vol eten naar hen, maakte hun huis schoon en was blij als ik hun gelukkige gezichten zag. Vanaf 2003 ben ik de meest gehate persoon in de familie geworden. Als je met Lolita contact had, dan moest je het geheim houden. Ooit heeft een zus van me tegen de familie gezegd ‘jullie moeten geen contact met Lolita onderhouden, grote kans dat ze ook over jullie gaat schrijven.’ Langzaam maar zeker ontstond er een diepe kloof tussen mijn familie en ik. Deze kloof zou nog dieper en breder worden, waarin ook mijn kinderen verdwenen, maar daar vertel ik nog wel over.

Naast mijn leven als tolk/vertaler, schreef ik columns voor een krant, had ik een radiocolumn en schreef ik korte verhalen en boeken. Mijn wereld stond alleen maar in het teken van kennis vergaren en kennisoverdracht. Ik merkte dat mijn kennisoverdracht niet helemaal in lijn was met de cultuur waarin ik was geboren…ik ondervond tegenstand, maar daar trok ik me niets van aan. Ik was de ‘untouchable’ geworden doordat ik in India woonde. Dev steunde me in mijn strijd tegen huiselijk geweld, alleen wilden de mensen uit mijn eigen cultuur hier niets van horen. Nadat mijn eerste boek was gepubliceerd, gaf ik tijdens mijn vakanties in Nederland, lezingen in het land. Op enig moment ben ik hiermee gestopt, ze reden hiervan was de ontkenning waarin de Hindostaanse bevolking in Nederland leefde. Tijdens een van mijn lezingen over huiselijk geweld zei een Hindostaanse mevrouw ‘nou mevrouw Soedamah, bij ons Hindostanen komt huiselijk geweld niet voor hoor.’ Toen ik dit hoorde, ontplofte ik van woede en heb de dame op haar donder gegeven. Bij mijn terugkomst in India heb ik gehuild bij Dev, en zei ‘Dev, de Hindostanen in Nederland ontkennen dat huiselijk geweld veel voorkomt bij Hindostanen. Dit betekent dat ze ook mijn verleden als mishandelde vrouw ontkennen.’ Dev zei ‘luister Soedamah, jij bent een vechter, en ooit zal het je lukken om dezelfde mensen die jou nu uitkotsen, te bereiken. Weet dat dezelfde vrouwen die roepen dat huiselijk geweld niet voorkomt bij de Hindostaanse gemeenschap, eigenlijk bang zijn en zich schamen om toe te geven dat ook zij worden mishandeld.’ Ik pakte Dev heel stevig vast en zei ‘wat ben ik blij dat jij in mijn leven bent.’

Mijn missie om awareness te verspreiden over huiselijk geweld had een moeizame start, maar ik was niet van plan op te geven.

Dev…Dominic…Lolita…who else?

Met liefde

Lolita Soedamah

Blog artikelen

Om de blog artikelen te lezen heeft u een actief abonnement nodig.