De moesson in Mumbai was vaak heel heftig…
Na de vreselijke botsing met Dev besefte ik hoe anders de cultuur in India was. Als ik de rest van mijn leven in India wilde doorbrengen moest ik samensmelten met de cultuur. Dev en ik communiceerden altijd in het Engels, maar ik verzocht hem af en toe in Hindi te communiceren met me. Oh God, wat had ik gezegd. Dev zong graag voor me, daar genoot ik van, als dank gaf ik hem een dikke kus op zijn wang en riep ‘I love you, I love you, I love you.’ Ik voelde me steeds meer op mijn gemak in Mumbai, en toch kwam de westerse Lolita soms om de hoek kijken, en bekritiseerde ik India en haar inwoners.
Men zegt wel eens, als je iets graag wilt, het Universum je wens in vervulling zal brengen. Ik wilde zo graag samensmelten met India en haar inwoners. Ik wilde geen ‘outsider’ in India zijn. Hier hoorde ik thuis, hier heb ik vanaf mijn prille jeugd willen zijn. Ik leerde in een sneltreinvaart ‘Hindi’, dit maakte het leven iets makkelijker. Nu kon ik met iedereen communiceren, en was trots op mijn Mumbaiya Hindi. Ik begon me steeds meer thuis te voelen, en de westerse Lolita raakte steeds meer op de achtergrond. Ja hoor, het Universum had besloten me weer op de proef te stellen…
Het is 2005, ik woon al twee jaren in India. Met mijn dans- en acteerlessen gaat het uitmuntend. In die periode had ik nog geen laptop/PC, dus ging ik iedere dag, net als veel Indiërs in die periode. Mijn leven kreeg steeds meer vorm daar in de hele drukke stad ‘Mumbai.’ Ik begon verliefd te worden op ‘Mumbai’, omdat al mijn talenten in deze stad zijn geëxplodeerd, ik hoefde ze alleen maar bij elkaar te rapen en ze vorm geven. Ooit zei een vriend ‘als het je lukt om in Mumbai te overleven, zul je overal ter wereld kunnen overleven.’ Dat ik moest leren overleven, werd een feit…
De moessons in India kunnen heel heftig zijn, vaak zijn er overstromingen of spoelen wegen weg. Ieder jaar worden de wegen gerepareerd, maar het water blijkt ieder jaar weer een krachtig element te zijn die zonder pardon alles wegspoelt die haar in de weg staat. Zo ook in juli 2005…
Die dag in juli begon als ieder andere dag van me in Mumbai. Ik werd wakker, kreeg mijn ontbijt van Shanta bai, maakte me klaar en ging naar mijn dans- en acteerlessen. Shanta bai maakte me erop attent dat er geen groente, rijst en andere boodschappen in huis waren. Ik zei dat ze zich niet druk hoefde te maken, als ik terug zou komen van de lessen dan ging ik wel boodschappen doen. Shanta bai bood aan om wat groenten te kopen, maar ik zei ‘ach Shanta, maak je druk. Ik koop het wel, ik kom toch langs de markt.’ Shanta zei ‘madam, het gaat regenen en je moet niet in de regen lopen.’ Soms snapte ik niet waar Shanta bai haar dialogen vandaan haalde. Ik beloofde haar dat ik niet in de regen zou lopen. Niets leek erop dat het zou gaan regenen, en na de lessen ging ik eerst naar het Internetcafé. Ik chatte met Dev via MSN-chat. Op enig moment zei ik dat ik boodschappen ging doen, en we spraken af dat hij me die avond zou bellen. Het internetcafé zat verborgen in een klein steegje aan de markt. Ik kwam naar buiten en was verbaasd, het regende en mensen renden als ratten opgesloten in een kooi. Het was alsof duizenden reuzen met reuze emmers water naar de aarde gooiden. Het regende zo hard dat je bijna geen hand voor ogen zag, zoals we zeggen ‘het kwam met bakken naar beneden.’ Ook al woonde ik op vijf minuten afstand van de markt, besloot ik toch een riksja te pakken om mij belofte aan Shanta bai te houden…ik zou niet in de regen lopen. Ik stond te wachten tot een riksja zou stoppen, maar ze scheerden allemaal met grote snelheid langs me heen. Ik dacht ‘eentje zal toch moeten stoppen.’
Op dat moment kwam een jongeman langs me gelopen en riep ‘madam, ga naar huis!’ Ik zei ‘ik wacht op een riksja’, waarop de jongeman zei ‘de riksja’s gaan niet stoppen, ga naar huis zo snel je kunt, het is hel op aarde. Ga naar huis, madam.’ Nu voelde ik een grote angst over me heen komen en dacht ‘wat is er hier aan de hand? Het regent, waar maakt iedereen zich zo druk om?’ Ja, de straat was al onder water, maar dat was toch niet zo erg. Alleen wilde ik niet in het vieze water gaan lopen, met miljoenen bacteriën die me ziek zouden maken. Ik stapte in het vieze water op de straat, haalde diep adem en dacht ‘kom op Lolita, je kunt het. Zet je verstand op nul en loop zo snel je kan, naar huis. Het is maar vijf minuten lopen. Kom op, je kunt het.’ Ik begon te lopen, durfde niet om me heen te kijken. Plots zag ik ratten langs me voorbij komen drijven en ik dacht ‘nee, nee, nee, dit kan niet waar zijn.’ Ik probeerde nog harder te lopen, maar het water steeg van enkelhoogte naar halverwege mijn kuiten. Ik probeerde harder te lopen, maar mijn snelheid werd afgeremd door het stijgende water. Dode ratten, poep en troep dobberde langs me heen, en ik werd steeds misselijker. Ik sloeg links af, eindelijk de straat waar ik woonde. Het water was al op kniehoogte. Nog een kleine stuk. Ik zag eindelijk de poort van het complex waar ik woonde, water was al boven mijn knie. Ik keek omhoog, daar stond Shanta bai met een handdoek te zwaaien, en riep ‘madam, ik kom snel naar boven. Ik heb alles voor je klaarstaan om te douchen.’
Ik rende de trap op, riep ‘hi Shanta’, en rende de badkamer in. Ik probeerde in gedachten de poep en de ratten van mijn lijf te wassen. Het idee alleen al maakte me misselijk. Volgens mij heb ik een halfuur onder de douch gestaan. Ik kwam fris de badkamer uit, ging op mijn bed zitten terwijl Shanta bai een kopje thee voor me maakte. Plots was het alsof miljoenen beestjes over mijn benen kropen. Het was alsof bacteriën zich op mijn benen aan het voortplanten waren om allerlei ziekten op te wekken. Dit was niet goed! Ik smeerde sterkwerkende sanitizer over mijn hele lichaam, en wachtte. Het werkte…!!! Shanta bai kwam met de thee, en ik zei ‘Shanta, hoe ga je naar huis, het water staat al hoog.’ Shanta bai zei ‘oh madma, we zijn gewend om tijdens de moesson continue in water te lopen.’ Ik stuurde Shanta bai naar huis.
Later die middag kreeg ik honger, en ging naar de keuken om te kijken wat er te eten was. Mijn kasten en koelkast waren leeg. Alleen een paar biscuitjes vond ik, en dacht ‘oh mijn god, ik heb geen boodschappen gedaan. Wat moet ik eten?’ Op dat moment kwam Shanta bai terug en zei ‘madam, heb je eten?’ ik keek haar aan en zei dat ik door het drama van de overstroming vergeten ben boodschappen te doen. Shanta bai zei dat ik me geen zorgen hoefde te maken, en even later kwam ze terug met een bordje eten. De beneden buren hadden eten voor me gestuurd. Shanta bai vertikte het om naar huis te gaan, en we besloten zoveel mogelijk emmer te vullen met water. Ik wist nog niet wat me te wachten stond…
Shanta bai was eindelijk naar huis, het bleef regenen en het water bleef maar stijgen. Ik woonde op de eerste etage, en zag dat het water al halverwege de trap was. Plots viel elektriciteit uit, televisie, telefoon, internet, water…alles viel uit en er heerste een angstige stilte. Alleen de regen was te horen, want iedereen hield hun adem in wat er komen ging. Mijn onderburen, die allebei nog geen 1,50 meter waren, moesten vluchten omdat het water ze boven het hoofd was gestegen.
De avond viel, binnen en buiten was het pikkedonker. Ik had wat kaarsen aangestoken, de ramen opengezet want de hitte binnen was heel verstikkend. De ramen openzetten wilde zeggen dat muggen en andere insecten hun weg naar binnen vonden. Ik durfde niet te slapen, bang dat er ongedierte over me heen zou kruipen. Ik lag in bed met mijn ogen wijd open en dacht ‘wat in hemelsnaam doe ik hier? Is dit het leven wat ik wilde in mijn geliefde India?’ Ik wist dat Dev me niet zou kunnen bereiken, en ik miste hem heel erg. Ik voelde me bang en eenzaam, niemand om me te troosten en zeggen dat het goed zou komen. Iedere keer als ik dreigde in slaap te vallen, gaf ik mezelf een klap om wakker te blijven. Het werd een lange nacht…
De ochtend was aangebroken, wat een opluchting. Ik rende naar het raam, keek naar buiten en zag dat het water nog hoger was dan de avond tevoren. Ik keek op mijn telefoon, nog steeds geen verbinding met de buitenwereld. Ik moest zuinig omgaan met water, dus besloot ik me te wassen in plaats van een douch te nemen. Ik had geen eten in huis, de biscuitjes waren op…wat nu? Ik probeerde rustig te blijven, een paar dagen zonder eten was geen ramp. Heel veel mensen in India zijn niet anders gewend, dacht ik. Het zou een lange dag worden zonder elektriciteit, geen televisie, geen internet, geen water, geen eten, geen telefoontjes van Dev, helemaal afgesloten van de buitenwereld. Ik keek naar buiten, zag ik het goed…keek nog een keer goed, en riep ‘Shanta, ga naar huis!’ Shanta bai liep tot haar nek in het water, met een half brood en nog een pakje zo hoog mogelijk boven haar hoofd houdend, en riep ‘madam, eten voor je.’ Shanta kwam naar boven, drijfnat en lachend, zoals altijd. Ze zei ‘ik heb brood en kaas voor je meegenomen, want ik weet dat je dit graag lust.’ Ik gaf Shanta bai wat geld, vooral voor de moeite en vroeg waarom ze haar leven waagde om brood en kaas voor me te brengen. Shanta bai keek me aan en zei ‘madam, je bent helemaal alleen hier, en ik heb aan sahib beloofd dat ik voor je zal zorgen.’ Ik riep ‘maar niet met je leven, toch?’ Ik keek naar buiten en riep ‘Shanta, kom kijken er drijven dode buffels op straat.’ Shanta keek me aan en zei ‘het kan gebeuren.’
De derde dag van de overstroming, het water begon eindelijk te zakken. Wat een opluchting, maar we waren er nog niet van af. Nog steeds geen water, elektriciteit, telefoon. De stank was onvoorstelbaar, ik kon bijna geen ademhalen van de stank, maar kon de ramen niet dichtdoen anders was het verstikkend heet. Mijn conditioner kon niet worden aangezet, omdat er geen elektriciteit was. Wat voelde ik me belabberd.
De vijfde dag, het water was helemaal gezakt, maar nog steeds geen water, elektriciteit, telefoon. Die avond hoorde ik gebonk op mijn deur, ik schrok ‘wie kon het zijn?’ heel voorzichtig deed ik de deur open en barstte in tranen uit ‘Dev, je bent er!’ Dev kon me al dagen niet bereiken omdat alle telefoonverbindingen met Mumbai onmogelijk waren. Hij had geprobeerd om zijn contacten in Mumbai te bellen om hen te vragen te gaan kijken hoe het met me was. Helaas kon hij niemand bereiken. Vliegtuigverkeer met Mumbai was stilgezet, geen vluchten naar en van Mumbai. Dev had bij vier maatschappijen een vliegticket gekocht, hij wilde met de eerste vlucht vanuit Delhi naar Mumbai vliegen. Hij heeft een hele dag op Delhi airport doorgebracht, tot er werd omgeroepen dat er een eerste vlucht zou vertrekken naar Mumbai. Dev had wat boodschappen meegenomen. Die avond, we lagen in bed…plots was er LICHT! Nog steeds geen water, de airconditioner deed het nog niet, maar we konden tenminste de ramen dichtdoen en ventilator aanzetten.
Ik begon onophoudelijk te huilen en zei ‘Dev, ik wil naar Nederland. Ik kan dit niet meer aan.’ Dev troostte me en beloofde me dat hij me naar Nederland zou sturen. De volgende dag werd een ticket voor me geboekt…even op adem komen in Nederland. De zesde dag, Dev gaf aan Shanta bai opdracht om het hele huis helemaal schoon te maken, alle insecten te traceren en doodmaken. Dev en ik gingen een nachtje naar een hotel. Ik kon eindelijk een fatsoenlijke douch nemen voor mijn reis terug naar Nederland.
Wat heeft de overstroming in Mumbai me geleerd ‘HET LEVEN IS NIET VANZELFSPREKEND.’
Met liefde
Lolita Soedamah